Een ogenblik geduld a.u.b.

Verantwoording

Zijn de verschillen statistisch getoetst?

Met statistische toetsen wordt nagegaan hoe groot de kans is dat een gevonden verschil tussen groepen op toeval berust. Op deze website staat geen informatie over statistische significantie van verschillen. U kunt dus niet zien of een gevonden verschil daadwerkelijk bestaat of mogelijk op toeval berust. Daarbij is het goed om te weten dat een eventuele toe- of afname van een gezondheidsuitkomst ook het gevolg kan zijn van verschillen in werkwijzen en meetinstrumenten over de tijd. In de rapporten van de Gezondheidsmonitors voor Amsterdam en de regio Amstelland vindt u meer informatie over de significantie van gevonden verschillen.

Waarom zijn sommige cellen leeg?

Hiervoor zijn drie mogelijke redenen:

  • minder dan 5 personen gaven het betreffende antwoord of er zaten minder dan 100 personen in de onderzoekspopulatie;
  • het onderwerp is niet nagevraagd in een bepaalde groep of jaar;
  • de vraagstelling is anders dan in voorgaande jaren.

Zijn de gegevens representatief voor Amsterdam en Amstelland?

Ja. De verzamelde gegevens worden gewogen, waarbij de richtlijn van GGD Nederland als uitgangspunt wordt gebruikt.
1. Brink C van den, Uitenbroek D, Brink M van den, Boer E de, Hajema K, Schipper M. Richtlijn wegen voor GGD-epidemiologen. Utrecht: GGD Nederland, 2009.

Hoe worden de stadsdelen, stadsgebieden, gebieden en wijken bepaald?

De indeling naar stadsdeel, stadsgebied, gebied en wijk vindt plaats op basis van de postcode van het woonadres. De richtlijnen van de gemeente Amsterdam worden hiervoor gebruikt. De stad Amsterdam is opgedeeld in 9 stadsdelen/stadsgebieden: Noord, Oost, Zuidoost, Zuid, Centrum, West, Westpoort, Nieuw-West en Weesp. Voor de indeling naar gebied wordt gebruik gemaakt van indeling in 25 gebieden en 110 wijken voor het Sociaal Domein zoals vastgesteld door B&W in 2022 (2). De gemeenten in de regio Amstelland hebben de wijkindeling samengesteld.
2. Nieuwe indeling naar wijken en buurten in Amsterdam

Hoe is herkomst bepaald?

De richtlijnen van het CBS (3) worden gebruikt als uitgangspunt voor het bepalen van de herkomst.
Een persoon heeft een migratieachtergrond als ten minste één van de ouders in het buitenland is geboren. Er wordt onderscheid gemaakt tussen personen die zelf in het buitenland zijn geboren (de eerste generatie) en personen die in Nederland zijn geboren (de tweede generatie). Een persoon met een eerste generatie migratieachtergrond heeft als migratieachtergrond het land waar hij of zij is geboren. Een persoon met een tweede generatie migratieachtergrond heeft als migratieachtergrond het geboorteland van de moeder, tenzij dat ook Nederland is. In dat geval is de migratieachtergrond bepaald door het geboorteland van de vader. Bij personen met een tweede generatie migratieachtergrond is er ook een onderscheid tussen personen met één of twee in het buitenland geboren ouders.
3. Centraal Bureau voor de Statistiek. Richtlijnen voor het bepalen van een migratieachtergrond. Den Haag/Heerlen: CBS.